Gesloten cockpit
Tijdens de winter van '47 - '48 werd er werk gemaakt van de bouw van een cockpit voor de SG-38, volgens de plannen van de constructeur. Voor sommigen was het geruststellend om niet meer het gevoel te hebben op een bezemsteel te zitten. Het diende echter vooral om de aerodynamische eigenschappen en de prestaties te verbeteren.
Nog eens brokken
In het voorjaar van '48 was er een tweede breuk van de SG-38. Een bevriend meubelmaker was zo gedienstig om deze breuk vakkundig te herstellen.
Gevorderde vliegkunsten
De oefenvluchten, nu met cockpit, verliepen verder vlot zodat enkele leden reeds vluchten maakten van meer dan 2 minuten, een linker en een rechter bocht konden maken en een landing maken op de startplaats, klaar voor de volgende vlucht. Alzo waren zij bekwaam om de proeven voor het "B" brevet succesvol af te leggen. Spijtig genoeg had men die proeven nooit officieel laten homologeren.
Tijd voor een nieuw toestel
Met het gestegen ervaringsniveau van de leden, kwam de goesting om met een beter toestel te vliegen.
Centen verdienen
Om wat geld in het bakske te krijgen werd met de uitbater van de dancing "Marant" (zaal Corso; Marant was de naam van de uitbater) overeengekomen om iedere maand een dansavond te organiseren mits een percent op de ontvangsten (10%). Al wat ze hiervoor moesten doen, was reclame maken en aan de ingang entreekaartjes verkopen. Marant zorgde voor de rest.
Er wordt weer gebouwd
Dit geld had men vrij hard nodig omdat men in september 1948 begonnen was met de bouw van een Frans oefentoestel SA-103 "EMOUCHET". Deze zwever, die op een Duitse Grunau Baby leek maar lichter was, stond er om bekend dat hij goed presteerde in zwakke thermiek. De constructieplannen voor dit toestel had men — weerom — via Jos Verbinnen in handen gekregen.
De werken vorderden gestaag. In mei 1949 kon men zeggen dat het toestel voor ongeveer een kwart afgewerkt was.
Vervolg: 1949: De Dijlezwaluw wijkt uit naar Bevekom (Beauvechain)