U bent hier

1930: De eerste zweefvlucht te Leuven

De Kassel waarmee Wolf Hirth naar de Kesselberg kwam
De Kesselberg te Leuven (Google Maps view anno 2010): nu veel meer bebost en bebouwd dan in de jaren '30
De Kesselberg te Leuven (stafkaart van de jaren '30)
Telegram van zaterdag 18.01.1930 waarin majoor Massaux de aankomst van hemzelf en Wolf Hirth in Leuven aankondigt (archief familie Massaux)
Sandow start van Wolf Hirth (23.01.1930, op de Kesselberg te Leuven)
De Leuvense studenten brengen het toestel van Wolf Hirth terug naar de startplaats (23.01.1930, op de Kesselberg te Leuven)
Van links naar rechts: kapitein Maurice Damblon; Jacques Ledure; Wolf Hirth; Max Vilain XIIII; Suzanne Lippens en majoor Albert Massaux (23.01.1930, op de Kesselberg te Leuven)
Titel van het artikel in La Conquête de l'Air (1930)

Vooraf

Suzanne Lippens, dochter van toenmalig Minister voor Transport en Communicatie Maurice Lippens, had leren motorvliegen en behaalde haar vergunning in 1928. Zij was toen 25 jaar. Zij raakte ook in zweefvliegen geïnteresseerd en is met Albert Massaux (de Belgische wereldrecordhouder uit 1925) in contact gekomen. Maar in België was er bijna geen activiteit zweefvliegen meer. Men sprak over een belangrijk centrum in Duitsland, de Wasserkuppe in het Rhöngebergte. Op 25 juni 1928 vloog zij daar voor de eerste keer op een Zögling.

In de zomer van 1929 keerde zij met haar vader naar de Wasserkuppe terug om er de Rhön zweefvliegwedstrijd bij te wonen. Ze waren verbaasd toen ze zagen welke prestaties daar geleverd werden. Het is bij die gelegenheid dat zij in contact kwamen met de befaamde zweefvlieger Wolf Hirth die zij goed leerden kennen.

Hun reis paste in het kader van een missie die door de Belgische Aero-Club naar Duitsland was uitgezonden, belast met het vaststellen van de vooruitgang die geboekt was in het vliegen zonder motor en om verslag uit te brengen en de lessen mee te nemen die een heropleving van deze sport in België mogelijk zouden maken.

Wolf Hirth komt in 1930 naar België

De familie Lippens nodigde Hirth uit om een demonstratie te komen geven in België. Midden januari 1930 werd het plan realiteit. Hirth en zijn monteur Wildbret kwamen aan in Brussel met twee aanhangwagens met daarin een "Kassel" zwever en een opleidingstoestel "Prüfling".

De "Kassel" was zeer geavanceerd voor zijn tijd. Het was een topprestatietoestel gebouwd door de vermaarde zweefvliegtuigfabriek Kegel-Flugzeugbau gevestigd in de stad Kassel. Men produceerde er o.a. de "Zögling" (toestel voor basisopleiding met glijgetal 11), de "Prüfling" (oefentoestel met glijgetal 14), de "Professor" (oefen- en prestatietoestel met glijgetal 21), en de "Kegel III" (topprestatietoestel met glijgetal 28; het glijgetal geeft het aantal meters afstand weer dat een zwever in glijvlucht kan afleggen per meter hoogteverlies). Naast dit "bandwerk" bouwde de fabriek voor toppiloten zoals Robert Kronfeld en Wolf Hirth high-performance varianten geheel naar wens van de klant. De firma werd opgericht door Max Kegel in 1927 en werd overgenomen door Gerhard Fieseler in 1930, die prompt de naam veranderde in Segelflugzeugbau Kassel. De toestellen van deze fabriek werden in de pers gemakshalve allemaal "Kassel" genoemd. Maar we dwalen af...

Meteen na aankomst werden de zwevers gemonteerd op het vliegveld van Evere. Daar werden de eerste demonstratievluchten uitgevoerd, maar op vlak terrein waren dat niet meer dan enkele korte gekatapulteerde sprongetjes. Het was de bedoeling om langere vluchten te maken, maar daarvoor moest men kunnen starten vanaf een helling en had men hellingstijgwind nodig. Het kwam er dus op aan een geschikte plaats te kiezen in België, bovendien voldoende centraal gelegen, teneinde een maximum aan belangstellenden op de been te kunnen brengen. De Kesselberg nabij Leuven leek het meest aan de criteria te beantwoorden.

De eerste zweefvlucht te Leuven

Op zaterdag 18 januari telegrafeerde Majoor Massaux aan Suzanne Lippens dat hij zondagochtend per trein zou aankomen in Leuven, samen met Hirth, om een voorbereidende verkenningstocht te maken op en rond de Kesselberg. Alhoewel deze slechts 35 à 40 meter hoog is, werden na inspectie zowel het profiel van de heuvelrug als het terrein er rond (met name de landingsmogelijkheden) geschikt bevonden.

Op woensdag 22 januari werden de zwevers er gemonteerd. De belangstelling was enorm. Er was een grote menigte toeschouwers, onder wie de burgerlijke en militaire autoriteiten, en vele professoren en studenten van de (toen nog altijd hoofdzakelijk Franstalige) U.C.L. (Universitas Catholica Lovaniensis ). De "Section Aéronautique Universitaire de Louvain" — waar André Goethals (zie later) deel van uitmaakte — was gevraagd om ondersteuning te leveren bij de vliegoperaties en was ter plaatse. De eerste proefvlucht werd gedaan met de Kassel. Ondanks de bijna volledige afwezigheid van wind vloog Hirth, na gelanceerd te zijn door middel van een sandow, gedurende vier minuten en vijf seconden, wat al een mooi resultaat was gezien de weinig gunstige weersomstandigheden. De volgende dag — donderdag 23 januari 1930 — was de winsterkte 11 m/s. Hirth bleef toen met de Kassel 1 uur 3 minuten en 5 seconden in de lucht en brak het toenmalig Belgisch record. Maar hij schreef zelf (in een artikel in het Duitse tijdschrift "Der Adler") dat hij evengoed twee of drie uren langs de helling heen en weer had kunnen blijven vliegen. De wind stond immers zeer gunstig. "Maar dit zou niet in het belang van de organisatoren geweest zijn. De zwever gedurende zo veel lange uren op een hoogte van 100 tot 120 meter gadeslaan, zou de toeschouwers — zo'n vijfhondertal — immers enkel verveeld hebben". Nadien maakte hij nog een korte vlucht met de "Prüfling".

Testvluchten in Het Zoute

Na de Kesselberg demonstraties trok het gezelschap met de twee zwevers naar Knokke om daar in de duinen van Het Zoute nog een twaalftal testvluchten te doen. De bedoeling was om te zien of het terrein zich leende voor scholing. Majoor Massaux en piloot Ledure deden er enkele glijvluchten, maar ook Suzanne Lippens nam de stuurknuppel ter hand en slaagde er bij die gelegenheid in om haar eerste glijvlucht van 200 meter te maken.

Nadien

Op dinsdag 28 januari vertrokken Hirth en zijn monteur met de "Kassel" weer naar Duitsland. De "Prüfling" werd aangekocht door de Belgische Aeroclub en bleef in België, in een hangar op het vliegveld van Evere. Later in 1930 trok Hirth naar de Verenigde Staten om daar de ontwikkeling van het zweefvliegen te promoten en de mogelijkheden van deze nieuwe sport te demonstreren. Suzanne Lippens maakte datzelfde jaar snel vorderingen: op 10 mei behaalde ze als eerste Belgische vrouw tijdens een kamp op de Wasserkuppe haar C-brevet (5 minuten vlucht). Nadien kreeg zij van haar vader een "Professor", en op 14 oktober vloog ze in Zuid-Engeland met dat toestel al een wereldrecord voor vrouwen met een vlucht van 35 minuten.

De recordvlucht op de Kesselberg wekte enorm veel enthousiasme en was eigenlijk de katalysator voor het ontstaan van de eerste zweefvliegclubs in België. Het Belgisch maandblad la Conquête de l'Air, tevens oudste luchtvaarttijdschrift ter wereld, blokletterde toen zelfs: "Zweefvliegen mogelijk in België !"

Hieronder een Nederlandse vertaling van dit artikel.

---
Zweefvliegen is mogelijk in België
---
Overtuigende prestaties
---
Op de Kesselberg breekt piloot Hirth het Belgisch duurrecord en blijft 1 uur 3 minuten en 5 seconden in de lucht.
---

De heer Lippens, onze minister van Luchtvaart, heeft vorig jaar de Rhön wedstrijd bijgewoond.

Hij keerde terug uit Duitsland en was stomverbaasd over de geweldige prestaties die daar werden geleverd door groepen sportbeoefenaars die zich de laatste jaren hebben beziggehouden met het oplossen van het interessante probleem van het vliegen zonder motor. Ook in vele andere landen heeft deze nieuwe sporttak een buitengewone uitbreiding genomen.

Wij konden niet achterblijven in deze bijna wereldwijde evolutie. Onze leiders aan de ene kant, juffrouw Lippens en majoor Massaux aan de andere kant, begrepen dat. Dankzij hun uitstekende initiatieven en op verzoek van het Directoraat Luchtvaart kwam een afvaardiging van de andere kant van de Rijn naar België om het terrein te verkennen en te proberen hier het zweefvliegen te organiseren. Twee locaties zijn geschikt bevonden om de nieuwe zweefvliegterreinen van België te worden: één aan de kust, bij Het Zoute; de andere bij Leuven, op de Kesselberg. Het is op deze laatste plaats dat de testvluchten op 22 januari zijn begonnen.

Voor de experimenten werden twee vliegtuigen gebruikt. Zij werden bestuurd door de bekende Duitse piloot Wolf Hirth, hoofd van de afvaardiging en voorzitter van de zweefvlieg vereniging van Württemberg.

Bij de eerste poging, ondanks de bijna volledige afwezigheid van wind, vloog het "Kassel" zweefvliegtuig, na te zijn gelanceerd met behulp van een bungeekoord, gedurende 4 minuten en 5 seconden, wat al een heel mooi resultaat was, gezien de ongunstige weersomstandigheden.

De volgende dag, tijdens een nieuwe poging en met een wind van ditmaal 11 meter per seconde, maakte hetzelfde toestel, nog steeds onder de bekwame stuurkunsten van Hirth, een prachtige vlucht van 1 uur 3 minuten 5 seconden, officieel gecontroleerd door Kolonel Smeyers en vliegenier Ledure.

Daarna vertrok een opleidingszweefvliegtuig heel mooi en ging landen in de vallei. Dit toestel, zwaarder gebouwd dan de Kassel, is niet in staat de prestaties van de Kassel te evenaren.

Deze experimenten werden bijgewoond door een zeer grote menigte, waaronder vele grote namen uit de luchtvaartwereld: Generaal Gillieaux, commandant van de Militaire Luchtvaart; Generaal van Crombrugge, directeur van de Burgerluchtvaart; Juffrouw Lippens; Majoor Massaux; Vlieger Medaets; de heer Marchal, voorzitter van de Raad van Beheer van de Sneta, en mevrouw Marchal; de heer Victor Boin, onze hoofdredacteur.

Verscheidene professoren van de universiteit, alsmede een groot aantal studenten waren uit Leuven gekomen om de proefvluchten te volgen. Een speciaal "dank je wel" moet worden gericht aan de leden van de Leuvense Luchtvaartafdeling, die een efficiënte bewakingsdienst rond het vliegtuig hebben georganiseerd. Dat was zeer nuttig, want de overweldigende nieuwsgierigheid van de menigte naar deze nieuwe soort vliegmachine had, zonder de hulp van deze jongeren, het leven van deze prachtige vogels van hout en doek in gevaar kunnen brengen.

Maar de mooie prestaties van de afgelopen dagen mogen ons niet doen vergeten welke prestaties sommige Belgen lang geleden in het zweefvliegen hebben geleverd, met materiaal dat bij lange na niet zo geavanceerd was als dat wat nu door de Duitse afvaardiging werd gebruikt.

De allereerste Belgische testvluchten dateren van 1923; zij werden uitgevoerd door wijlen Victor Simonet en door kapitein Lambert die, reeds bijgestaan door majoor Massaux, vertrokken vanop de heuvels van Remouchamps, bij Visé. Maar door de ongunstige weersomstandigheden bleven zij slechts zeer kort in de lucht.

Het jaar daarop, op 26 december 1924, in Regner, tussen Vielsalm en de Baraque Fraiture, maakte Luitenant Damblon, vliegend met een zweefvliegtuig ontworpen door ingenieur Raoul de Glymes en gebouwd door de technische groep van de militaire luchtvaart van Brussel, na verschillende mislukte pogingen, een vlucht van in totaal 35 minuten. Voor die tijd en gezien de constructie van het zweefvliegtuig, dat nog weinig was geperfectioneerd, was het resultaat zeer mooi.

Maar de mooiste prestatie van een Belg op het gebied van zweefvliegen is die van onze grote vliegenier Majoor Massaux die op 26 juli 1925, tijdens de Vauville meeting, 10 uur en 19 minuten vloog aan boord van een Poncelet Vivette zweefvliegtuig gebouwd door Sabca. Het was het wereldrecord. Van zijn kant hield luitenant Damblon, een andere Belgische toppiloot, het ook 10 uur lang uit in de lucht, maar bij de landing werd zijn vliegtuig beschadigd. In die tijd stonden we aan de spits van de vooruitgang. Helaas waren onze inspanningen in die richting niet voldoende. Grotendeels omdat we niet dachten dat we geschikte terreinen hadden om zonder motor te vliegen. Eindelijk is het tegendeel bewezen.

Om terug te komen op de huidige gebeurtenissen: nadat de tests op de Kesselberg zijn voltooid werden zij voortgezet in het Zwin, nabij Het Zoute. De plaats leent zich uitstekend voor de organisatie van een school, gezien de grote veiligheid die geboden wordt door de prachtige vlakte die zich aan de voet van de duinen uitstrekt. Maar helaas heeft de wind die evenwijdig met de duinen waait, tot nu toe slechts een paar glijvluchten op vlak terrein mogelijk gemaakt. Na drie of vier vluchten in het schoolzweefvliegtuig gaf de heer Hirth de stuurknuppel over aan juffrouw Lippens, majoor Massaux en piloot Ledure. Toen zij uit het zweefvliegtuig stapten, uitten zij allen hun vreugde over het gemak waarmee de machine kon worden bediend. Het testen gaat door.

Wat zijn de conclusies die kunnen worden getrokken uit deze pogingen om zonder motor in België te vliegen? Dat er in België uitstekende locaties zijn waar vliegscholen kunnen worden opgezet. Zowel Het Zoute als Leuven zijn opmerkelijk goed gelegen. Het eerste, vanwege het grote aantal mensen dat dit vakantieoord in het seizoen aantrekt. De tweede, vanwege de nabijheid van Leuven. Een groot aantal jongeren zal deze sport op hun gemak en tegen geringe kosten kunnen beoefenen, hetgeen tot gevolg zal hebben dat de luchtvaart bekender wordt, beter wordt begrepen, en tenslotte de jeugd gevoel voor de lucht zal geven en vooral deze toekomstige ingenieurs rechtstreeks in aanraking zal brengen met het probleem van de vliegtuigbouw.

Het lijdt geen twijfel dat, dank zij de hulp van de Staat en onder de actieve impuls van onze twee grote zweefvlieg-piloten, majoor Massaux en luitenant Damblon, het succes spoedig zal worden bekroond door de inspanningen van hen die zo'n mooie taak op zich hebben genomen.

Voor luchtvaartpropaganda is dit een uitermate nuttig evenement geweest.

Pierre REGOUT.

Vervolg: 1931 - 1939: Universitaire zweefvliegclubs gelinkt aan Leuven