De 19de eeuw
De eerste zweefvluchten vonden reeds plaats op het einde van de 19de eeuw. Hieronder dienen we ons glijvluchten vanop een heuvel voor te stellen, met tuigen die best beschreven worden als de 19de-eeuwse versie van de huidige deltavliegers. John Montgomery (Californisch professor, ornitholoog en aerodynamicus) slaagde er in 200 meter ver te zweven op 17 maart 1884; Otto Lilienthal, Duits ingenieur, deed meer dan 2000 glijvluchten in de periode 1889-1896 voordat hij met een van zijn machines dodelijk verongelukte. Lilienthal raakte vanop een heuvelrug tot 500 meter ver, en als de wind aan de helling sterk genoeg was lukte het hem soms om hoger te raken dan zijn vertrekpunt.
Vervolg: 1901 - 1903: Rol van het zweefvliegen in het ontstaan van de gemotoriseerde luchtvaart